Elke ambtelijke organisatie heeft er mee te maken: een burger die, in de beleving van de ambtenaar, de organisatie bestookt met e-mails en brieven, procedures start, de ombudsman inschakelt, WOB-verzoeken doet, kortom: met alle mogelijke middelen probeert zijn of haar gelijk te halen. (Ter wille van de leesbaarheid schrijven we hier de mannelijke vorm, maar vrouwen kunnen dit uiteraard ook).
Zo ook de gemeente X en, laten we hem zo maar noemen, mijnheer Jansen.
Mijnheer Jansen doet bij de gemeente een aanvraag op grond van het Besluit Bijstand Zelfstandigen, de BBZ. Die aanvraag past echter niet in de wet- en regelgeving.
Er ontstaan problemen. Mijnheer Jansen voelt zich niet serieus genomen en heeft geen vertrouwen in de gemeente. De gemeente stelt dat de eisen van de burger niet passen in de toepasselijke wet- en regelgeving.
De spanningen lopen op en de burger krijgt een pandverbod. De gemeente doet verschillende malen aangifte wegens bedreiging en smaad. De burger op zijn beurt dient klachten en bezwaren in. Stuurt een brief van de gemeente terug als “poepbrief”. Hij beschuldigt de gemeente van machtsmisbruik en stelt dat de handelwijze van de gemeente tot psychische schade heeft geleid. Hij blijft de gemeente bestoken met emails en brieven. Hij treedt in de regionale publiciteit.
De ambtenaren voelen zich dusdanig bedreigd dat de kwestie wordt besproken in het zgn. driehoeksoverleg (burgemeester, korpschef politie, officier van justitie). Kortom: de verhoudingen zijn volledig verstoord.
Kansloze missie?
Dat is de stand van zaken als de zaak bij de mediator komt. Deze stelt na een gesprek met elk van partijen vast dat de burger een onderneming wil starten en daarvoor een renteloze lening van de gemeente wil. De gemeente is van mening dat de burger eisen stelt die zij niet kan en wil inwilligen en dat hij de mogelijkheden van de gemeente in dezen overschat. De gemeente wil ook geen precedentwerking. Doel van de gemeente is te komen tot een situatie waarin de betrekkingen zijn genormaliseerd en partijen op respectvolle wijze met elkaar omgaan. De burger wil de mogelijkheid zijn leven weer op te pakken door een eigen onderneming te starten.
Het wordt in de gesprekken al snel duidelijk dat er bij geen van partijen sprake is van onwil, maar de situatie is uit de hand gelopen. Ook wordt duidelijk dat de gemeente op grond van de BBZ niet kan voldoen aan het verzoek van de burger. Er is wel een alternatieve oplossing mogelijk in de vorm van een renteloze lening met drie jaar looptijd als startkapitaal voor een startup, los van de bijstand die zo lang doorloopt tenzij de jaarwinst hoger is dan 3x wettelijk minimum loon, aflossingen in draagbare termijnen en met een halfjaarlijks gesprek met de begeleidend ambtenaar, die ook de vaste contactpersoon is.
De burger trekt per direct alle klachten, WOB-verzoeken en bezwaar- en beroepsprocedures in en er zal verder minimaal onderling contact zijn en alleen met goede omgangsvormen.
De burger is blij met deze medewerking en de gemeente tevreden over de afspraken. Zo wordt na een paar gesprekken een vaststellingsovereenkomst gesloten en gaan burger en gemeente op normale wijze in overleg de zaak regelen en eindigt een beroerde periode die meer dan twee jaar duurde.
Professionele Mediators
T:
085-9021900
E:
info@professionelemediators.nl